Paulus’ dienst onder de heidenen
1Daarom is het dat ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus ter wille van u, de heidenvolken … 2U hebt toch gehoord van het beheer van Gods genade, die Hij mij met het oog op u gegeven heeft; 3aan mij is door openbaring de kennis van het geheim meegedeeld, zoals ik al in het kort heb beschreven. 4Dientengevolge kunt u zich, wanneer u dit leest, een beeld vormen van mijn inzicht in het geheim van Christus. 5Nooit is het in eerdere generaties aan de mensenkinderen bekendgemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: 6dat de heidenen mede-erfgenamen zouden zijn, leden van hetzelfde lichaam en deelgenoten van de belofte in Christus Jezus door middel van het evangelie, 7waarvan ik bedienaar geworden ben krachtens de gave van Gods genade, mij geschonken door de werking van zijn macht.8Aan mij, de minste van alle heiligen, is de genade gegeven om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9en voor allen in het licht te stellen hoe het geheim verwerkelijkt moet worden dat van eeuwigheid verborgen was in God, de schepper van alles, 10opdat nu aan de heerschappijen en de machten in de hemelse regionen, door middel van de kerk, de rijk geschakeerde wijsheid van God bekend zou worden. 11Zo was zijn eeuwig voornemen, dat Hij uitgevoerd heeft in Christus Jezus, onze Heer. 12Door Hem durven wij, dankzij het geloof in Hem, vol vertrouwen aan te kloppen bij God. 13Ik bid u dus de moed niet te verliezen bij de verdrukkingen die ik voor u doorsta: die zijn voor u een eer.
14Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, 15naar wie alle vaderschap in de hemel en op aarde genoemd wordt: 16moge Hij u in de rijkdom van zijn heerlijkheid de kracht geven, zodat u innerlijk door zijn Geest wordt gesterkt, 17zodat Christus door het geloof woont in uw hart, en u in de liefde geworteld en gegrondvest blijft. 18Dat u in staat mag zijn om samen met alle heiligen te vatten wat de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte is, 19en dat u in staat bent de liefde te kennen van Christus, die alle kennis te boven gaat; dat u geheel vervuld wordt van de volheid van God.
20Aan Hem die bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij door de kracht die in ons werkt kunnen vragen of bedenken, 21aan Hem zij de heerlijkheid in de kerk en in Christus Jezus, iedere generatie weer, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.

