1Want u moet weten welk een zware strijd ik te voeren heb voor u en voor de mensen in Laodicea, en voor zo velen die mij nooit in levenden lijve hebben gezien. 2Al mijn moeite is erop gericht dat zij goede moed houden en innig in liefde verbonden blijven, en zo komen tot de volle rijkdom van het inzicht in Gods geheim, Christus namelijk, 3in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen. 4Ik zeg u dit om te voorkomen dat men u met mooie redeneringen van de wijs brengt. 5Al ben ik naar het lichaam afwezig, in de Geest ben ik bij u, en ik zie met vreugde dat u eendrachtig steunt op uw geloof in Christus.
Met Christus gestorven en verrezen
6Daar u Christus Jezus hebt aanvaard als uw Heer, moet u ook leven in gemeenschap met Hem, 7in Hem geworteld, op Hem gebouwd, steunend op het geloof dat men u geleerd heeft, terwijl u overvloeit van dankbaarheid. 8Wees op uw hoede, let erop dat niemand van u zich laat meeslepen door waardeloze, bedrieglijke theorieën, die steunen op menselijke tradities, op de machten van de kosmos, maar niet op Christus.9Want in Christus woont lijfelijk de godheid in heel haar volheid, 10en in Hem, die het hoofd is van alle heerschappijen en machten, bent u vervuld van die volheid. 11In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden maar door het afleggen van het lichaam van de zonde, door de besnijdenis van Christus.
12In de doop bent u met Hem begraven, maar ook met Hem verrezen, door uw geloof in de kracht van God, die Hem uit de doden liet opstaan. 13Ook u, die dood was door uw overtredingen en als onbesnedenen leefde, heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze overtredingen vergeven. 14Hij heeft de oorkonde met al haar bepalingen, die in ons nadeel was en tegen ons getuigde, verscheurd. Hij heeft haar uit ons midden weggenomen en aan het kruis genageld. 15Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend, hen openlijk aan de kaak gesteld en over hen getriomfeerd door het kruis.
16Laat niemand aanmerkingen op u maken inzake eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwe maan of sabbat. 17Dit alles is slechts een schaduw van de komende dingen; de werkelijkheid behoort aan Christus. 18Trek u niets aan van een veroordeling door iemand die voldoening vindt in zelfkastijding, in engelenverering en het doorvorsen van zijn visioenen, en zonder reden prat gaat op zijn aardse manier van denken. 19Zo iemand houdt zich niet aan het hoofd, waarvan het hele lichaam, door gewrichten en spieren gesteund en bijeengehouden, zijn goddelijke groei ontvangt.
20Als u met Christus gestorven bent en bevrijd bent van de machten van de kosmos, waarom laat u zich dan verordeningen opleggen, alsof u nog in die wereld leeft? 21‘Niet aanraken, niet proeven, niet vastpakken!’ 22En dit alles betreft dingen die door het gebruik vergaan: louter menselijke voorschriften en leringen. 23Ofschoon zo’n zelfgemaakte religie, met haar zelfkastijding en minachting voor het lichaam, voor wijsheid moet doorgaan, is zij van geen waarde, omdat zij alleen gericht is op zelfbevrediging.

