Job 25

Derde betoog van Bildad

1Weer nam Bildad uit Suach het woord:
2‘God heerst met macht en verhevenheid,
zelfs de hemelen dwingt Hij tot een vredesverdrag;
3ontelbaar zijn zijn troepen;
tegen zijn glans is niemand bestand.
4Hoe kan een mens dan rechtvaardig of rein zijn tegenover God?
5Als zelfs de maan niet glanst
en de sterren niet schitteren in zijn ogen,
6wat moet dan een mens, een mensenkind,
die nietige aardworm?’

Job: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42