Loflied van de geredden
1Op die dag zult u zeggen:‘Ik loof U, Heer; U was woedend op mij,
maar uw woede is bedaard en U hebt mij getroost.
2God is mijn redding! Ik vrees niet, ik ben vol vertrouwen:
de Heer is mijn sterkte en kracht, Hij is mijn redding geworden.’
3En u zult vol vreugde water putten
uit de bronnen van de redding.
4Op die dag zult u zeggen:
‘Loof de Heer, roep zijn naam,
maak onder de volken zijn daden bekend,
verkondig zijn hoogverheven naam.
5Zing voor de Heer, want Hij deed grootse dingen,
laat het bekend zijn over heel de aarde!
6Juich en jubel, bewoners van Sion:
de Heilige van Israël is groot in uw midden!’

