Ik moet leven in het vreemde Mesech
\m 1Een bedevaartslied.Bij de Heer klaag ik mijn nood:
Hij zal mij zeker verhoren.
2Verlos mij, Heer, van lippen die liegen,
van de tong die mij verraadt.
3Waarmee zal Hij jou dubbel en dwars betalen,
jij, tong die mij verraadt?
4Met spitse boogschutterspijlen
en gloeiende kolen van bremhout?
5Helaas, ik moet leven in het vreemde Mesech,
huizen in Kedar, ver weg.
6Veel te lang moet ik leven
met mensen die vrede haten.
7Hoe ik ook spreek van vrede,
zij hebben de mond vol van geweld.

