Er is een God die recht doet op aarde
\m 1Voor de leider van de muzikanten, bij een verwoesting. Op naam van David, vanwege een gelofte.2U, goddelijke heren, spreekt u werkelijk recht?
Weegt u eerlijk uw oordeel over de mensen?
3Nee, met opzet pleegt u de misdaden op aarde;
uw weegschaal slaat door naar het geweld.
4Ontaard zijn die schurken vanaf de moederschoot,
dwaallichten, leugenaars vanaf hun geboorte.
5Hun gif lijkt op het gif van een slang,
van een dove slang die de oren sluit:
6zij wil de stem van de bezweerders niet horen,
hoe bedreven zij in hun kunst ook zijn.
7God, sla hun tanden stuk in de mond,
breek het gebit van die leeuwen, Heer.
8Zij moeten wegvloeien als weggegooid water,
zij moeten vergaan als gras dat met voeten getreden wordt,
9verslijmen als slakken die smelten,
als een miskraam die het zonlicht nooit ziet.
10Uw woede blaast ze weg, ongemerkt,
als doorns van een struik,
vandaag nog groen en morgen verdord.
11Verheugd ziet de rechtvaardige dit wraakgericht aan,
zijn voeten waden in het bloed van de bozen.
12Dan zegt men: ‘Waarachtig, rechtvaardigheid loont,
er is werkelijk een God die recht doet op aarde.’