De Heer richt verslagenen op
1Halleluja.
Mijn ziel, zing de lof van de Heer.
2De Heer wil ik loven, heel mijn leven,
muziek maken voor mijn God zolang ik besta.
3Vertrouw niet op hoge heren,
niet op een mensenkind, dat niet redden kan:
4als zijn levensgeesten zijn geweken, wordt hij weer aarde,
dan is het afgelopen met al zijn plannen.
5Gelukkig de mens, als de God van Jakob hem helpt,
als zijn hoop is gevestigd op de Heer, zijn God,
6de maker van hemel en aarde,
van de zee en alles wat er in is.
Hij blijft bedacht op trouw voor altijd,
7voor het recht van de onderdrukten komt Hij op,
Hij geeft de hongerigen brood,
de Heer maakt gevangenen vrij,
8de Heer opent blinden de ogen,
de Heer richt verslagenen op,
de Heer heeft de rechtvaardigen lief;
9de Heer neemt de vreemdeling in bescherming,
wees en weduwe staat Hij bij;
maar de bozen zet Hij op een dwaalspoor.
10De Heer is koning, koning voor altijd;
Sion, de Heer is jullie God, van generatie op generatie.
Halleluja.

