Psalm 75

Van God komt ons recht

\m 1Voor de leider van de muzikanten, bij een verwoesting. Een zangstuk op naam van Asaf, een lied.
2Wij danken, God, wij danken U;
uw wonderen zeggen: uw naam is dichtbij.
3‘Wie anders dan Ik zal de tijd bepalen?
Naar eerlijkheid berechten, wie anders dan Ik?
4Als de aarde met al haar bewoners beeft,
wie anders dan Ik zal haar zuilen stutten?’
5Tegen dwazen zeg ik: ‘Wees niet zo dwaas’;
tegen de bozen: ‘Niet zo hooghartig.’
6Spreek niet hooghartig tegen de hemel;
gooi je hoofd niet zo in je nek.
7Het komt niet van oost en niet van west,
niet van woestijn of van bergen,
8nee, van God komt ons recht:
Hij vernedert de een en verheft de ander.
9In de hand van de Heer dreigt een beker
vol schuimende, bittere wijn;
Hij schenkt hem uit tot de droesem toe
en de boze slurpt hem leeg tot de laatste druppel.
10Dit zal ik verkondigen, altijd opnieuw,
en steeds weer zingen voor Jakobs God:
11Ik breek de hooghartige, ik breek de boze,
maar de rechtvaardige zal ik verheffen.