Een goed mens vind je niet meer
\m 1Voor de leider van de muzikanten. In smartelijke omstandigheden. Een kunstig lied op naam van David.2De dwaas zegt bij zichzelf:
‘Er bestaat geen god.’
Zij doen slechte, schandelijke dingen;
een goed mens vind je niet meer.
3God ziet neer vanuit de hemel,
Hij speurt de mensen af
of er ergens een wijze is,
iemand die zoekt naar God.
4Maar iedereen zit op een dwaalspoor,
het is één verdorven bende,
een goed mens vind je niet meer, niet één.
5Beseffen die boosdoeners dat dan niet?
Zij verteren mijn volk alsof het hun brood is,
en nooit roepen zij God aan.
6Ineens worden zij geslagen met schrik,
met een schrik die zij vroeger niet kenden:
God verspreidt het gebeente van je belagers;
je kunt hen beschamen omdat God hen verwierp.
7Mocht er uit Sion redding dagen voor Israël;
laat Jakob weer blij zijn en Israël juichen,
als God het tij voor zijn volk doet keren.