Ik roep tot U van de rand van de aarde
\m 1Voor de leider van de muzikanten, een lied bij snarenspel. Op naam van David.2Hoor, mijn God, hoe ik roep,
luister aandachtig naar mijn gebed.
3Ik roep tot U van de rand van de aarde,
mijn hart gaat het begeven;
neem mij mee naar de rots daar ver boven mij.
4U bent toch mijn schuilplaats,
mijn bastion tegen elke vijand.
5Laat mij voor altijd in uw tent wonen,
schuilen onder de schaduw van uw vleugels.
6U, God, hoort mijn geloften,
U behandelt mij als degenen die uw naam vrezen.
7Voeg dagen toe aan de dagen van de koning,
generatie op generatie aan zijn jaren.
8Laat hem altijd voor uw aanschijn tronen,
laat liefde en trouw hem bewaren.
9Zo zal ik voor altijd uw naam bezingen,
dag aan dag mijn geloften volbrengen.

