Psalm 129

Van jongs af in het nauw gedreven

\m 1Een bedevaartslied.
Hoe hebben ze mij van jongs af in het nauw gedreven
– Israël kan dat getuigen –
2hoe hebben ze mij van jongs af in het nauw gedreven,
maar nooit hebben ze mij klein gekregen.
3De ploegers hebben op mijn rug geploegd,
er hun lange voren getrokken …
4maar de Heer, die gerechtigheid is,
heeft de strengen van de bozen gekapt.
5Iedereen die Sion haat
druipt verbijsterd af.
6Ze zullen als gras op de daken zijn,
verdord nog voor het wordt uitgetrokken:
7voor de maaier is het nog geen handgreep vol,
nog geen voorschoot vol voor de binder.
8En niemand van de voorbijgangers zegt:
‘De zegen van de Heer komt over jou,
wij zegenen je in de naam van de Heer.’